Wij zijn op zoek naar een nieuwe relatie tussen architectuur en natuur, tussen binnen en buiten, exterieur en interieur. Architecturale materiaalkeuzes en plantenkeuzes staan niet los van elkaar. Groen is ook licht en ruimte, met een extra, levende tijdsdimensie.
Door de tuin is een andere taal van toepassing op de architectuur. Gevels worden tuinmuren. Binnen wordt buiten. Geklimatiseerd wordt verwarmd door de zon. Waterdicht wordt watervast. Het dak wordt een afdak. Zon, regen, warmte, koude: het gebouw wordt overgeleverd aan de elementen.
Door de tuin als vertrekpunt te nemen kunnen we de inrichting van het woonwagenpark herdefiniëren. Relevant duurzaam. Vertrouwd en toch bijzonder.
De tuin is een ruimte waar we allemaal naar verlangen.
De tuin is meestal een persoonlijke plek. Een woonwagenpark is een openbare ruimte. Een tuin is altijd iemands tuin. Het is een persoonlijke plek, waar je een band mee hebt, die je heb aangelegd of hebt zien groeien, waar je verliefd op bent of op geworden bent. Maar wat als het een tuin is die je moet delen? Die je krijgt?
Dan creëer je een tuin die alle ruimte biedt voor persoonlijke fantasie. Als elk individu zijn eigen mentale ruimte kan creëren, zijn eigen denkbeeldige scènes en projecties, kun je een gedeelde, openbare tuin hebben. Elke hoek wordt een andere hoek in het oog van elke toeschouwer, elk pad een andere wandeling.
De ene bezoeker kan zich concentreren op bepaalde geuren, de andere op de groei van de bomen of op het spel van licht en schaduwen eronder. De tuin die hier wordt gecreëerd is niet op gemeenschappelijke grond, maar op basis van verschillende persoonlijke landschappen.
De tuin wordt op hoogte gebracht door een veelzijdige prefab betonstructuur. Bomen en planten groeien in langwerpige plantenbakken en gestapelde cilinders op hoogte. Het is een structuur die het terrein organiseert en afbakent. En een structuur in relatie met de buren, de straat en de omgeving. De structuur wil als een speels element de bewoner uitdagen. Ze wordt een drager van functies en activiteiten.
Esthetisch genot in symbiose met ecologische diversiteit. Een caleidoscoop van groen in alle mogelijke tinten, vormen en texturen. Veel blad ook, soms heel groot en archaïsch in combinatie met uitgesproken verfijnde en takstructuren, koralen die transformeren tot planten. Niks is systematisch en diverse plantenuniversums gaan hier complexe verbindingen aan.
Er is iets dynamisch aan de tuin, alles is er in perpetuum mobile en niks blijkt uiteindelijk te zijn van wat men verwacht. Een apotheose in het plantenrijk, bloei, kleur en dan ook vooral geur wanneer je die niet verwacht.
De uitgesproken relatie tussen de architectuur en de tuin verhoogt het bewustzijn van de plek. Als de zintuigen genoeg worden geprikkeld vertraagt de tijd tot die stil staat. Dan leven we in het nu en is er geen verleden of toekomst. Dat is de ervaring van geluk.
Credits:
Lauren Dierickx & Sander Rutgers, Olivier Goethals en Jan Minne