En attendant…
1)
Gepleit wordt voor ‘Potemkine’-oplossingen (*). In afwachting dat grotere en hopelijk betere stedenbouwkundige oplossingen gebouwd worden, stel ik voor voorlopige, creatieve, en niets-kostende of tenminste zeer betaalbare ingrepen te doen. Het gaat mij hier niet om de klassieke ‘verfraaiings- procedures’, zoals bloembakken, fonteinen en dergelijke meer. Wel om ingrepen die zowel een stedelijk probleem aanstippen als proberen er , op een voorlopige manier, aan te verhelpen. Dus van een ‘dit ziet er toch niet uit!’ tot een ‘voorlopig, een schets van wat misschien later zou kunnen?’
Als een referentie-kader het nu alom gebruikte middel van het (à la Christo?) verpakken van façades die men aan het restaureren is. En waarbij de toekomstige restauratie met trompe-l’oeil-middelen gesuggereerd wordt. Zoals bv de erg geslaagde verpakking van het Magritte Museum en het meer recentelijke afdekken van een kant van de Grote Markt.
Twee voorstellen, zo maar uit mijn omgeving.
De Louisapoort zowel als het Stefaniaplein zijn twee belangrijke knooppunten die er momenteel gezichtsloon bij liggen. In afwachting dat?
2)
De rotonde van het Stefaniaplein werd onlangs heraangelegd: twee tramsporen doorsnijden een kleine geplaveide cirkel.
Geïnspireerd door een aanpassing in Boekarest (of all places) op de Calea Victoriei (Fig. 1)
Wordt het volgende voorgesteld:
Een gewone grasmat , wordt visueel boeiend gemaakt door een aantal oude monumenten - uit een opslag - er als het ware lukraak neer te zetten. Brokstukken van een verleden, niet als tentoonstelling, maar wel als een soort onderdeel van een verzameling. Een kleine Wunderkammer van vergeten beelden…
Een gelijksoortig rotonde, maar nu iets groter,tref je overigens op het Poelaertplein. (Fig. 2) Ook hier zou een dergelijke oplossing die levenloze ruimte iets meer karakter kunnen geven. Tenzij men het toch voor manifestaties wil reserveren (!).
Terloopse opmerking: waarom is het trottoir tussen de Louisalaan en de Stassaertstraat, zo breed? Het wordt nu als parking gebruikt, hoewel niets er op wijst dat dit effectief een parking is. Een deel van dit trottoir zou in dezelfde geest als de rotonde ingericht kunnen worden.
3)
Een tweede voorstel betreft een ingreep aan de Louisapoort (Fig.3). Gelegen tussen twee belangrijke assen - die wel zichtbaar zijn (vooral dank zij de belichting ’s avonds) is dit een rommelig gedoe. De voorziene verbouwing van de Guldenvlieslaan/ Waterloolaan biedt voor dit kruispunt geen oplossing.
De reden voor het gebrek aan een ‘iconische leesbaarheid’ heeft te maken met één enkele functie die deze plek bepaalt: de twee tramhaltes, de tramhokjes met de vanzelfsprekende groepen reizigers die de ruimte vullen.
Dit is geen LouisaPOORT maar een LouisaTRAMHALTE.
Waarom deze halte niet 50 meter verder verplaatsen? Aan beide zijde van de Quatre-Bras-straat ter hoogte dus ongeveer vanzelfsprekende de Cartier zaak. De Metrotoegangen - en de lift kunnen voorlopig blijven bestaan. Hun bereikbaarheid zal minder direct zijn, toegegeven. Maar de nieuwe halte beschikt overigens wel over één - nu nauwelijks gebruikte- metrotoegang ter hoogte van de Cartier-zaak. Deze ingreep heeft ook als direct gevolg dat de halte Poelaert kan vervallen.
Voor de reizigers iets minder makkelijk inderdaad. Maar je krijgt er door op z’n minst op de Louisapoort een meer open aanblik, iets minder bric-à-brac dan nu het geval is. Aan de slag dus! Met een beetje groen, meer in de hoogte dan in de laagte kan de illusie van een cirkelvormige ‘poort’ worden gesuggereerd. En plotseling ontdekt men nu dat er behoorlijk wat trottoirruimte ontstaat, die nu dode ruimte is. Ook hier kan nu begroeiing, liefst opnieuw in de hoogte.
4)
Zo kent elke buurt wel dode plekken, die in afwachting van grondige aanpassing, met verbeelding en weinig middelen kunnen worden omgetoverd. En, het hoeft niet altijd met straatkunst te zijn… laten we beginnen met straatdecoratie.
Een kleine task-force kan, met bewoners uit de buurt, iets systematischer knelpunten in kaart brengen, en er voorlopige oplossingen voor zoeken, en realiseren. Laten we bv. beginnen met de lelijkste pleinen van Brussel.
ERIC DE KUYPER
(*) Een Potemkin-dorp was een tijdelijke opstelling met het aanzien van een dorp, die in opdracht van de Russische minister Grigory Potemkin werd aangelegd om de tsarina Catharina de Grote tijdens haar bezoek aan de Krim in 1787 te overtuigen dat de situatie daar beter was dan in de werkelijkheid. Het verhaal ging dat de dorpen bestonden uit mobiele façades die werden opgericht vlak voordat de tsarina arriveerde en werden afgetuigd nadat zij was vertrokken om verder op de route weer te worden opgebouwd. (Wikepedia)