skip_to_content
(NL)

Internationale nicht-Bau Ausstellung

02/07/2020RE-ST

InBA

Internationale nicht-Bau Ausstellung

Er was eens een land tussen twee landen. Met breed kronkelende rivieren, bossen als toefjes slagroom, zacht glooiende heuvels en dorpen aan de voeten van die heuvels. Een land waarvan iedereen in zijn dromen zegt dat hij er zou willen wonen. In werkelijkheid verlieten de mensen het land. De economie sputterde. Het land had niet veel anders te bieden dan de schoonheid van zijn landschap. Maar daarmee bouw je geen economie uit.

Gelukkig waren er mannen met grootse plannen. Ze hadden jaren ervaring in de sector van de economische relance en wisten uit al die jaren ervaring dat bouwen het betere medicijn was tegen economische depressie. Ze keken eens goed naar het landschap en begrepen meteen waar de kansen lagen. Het kapitaal van het land was zijn schoonheid. Maar die werd totaal niet benut of uitgebuit. Niemand deed er iets mee. Dit land met zijn rivieren en heuvels en pittoreske dorpen had een totaal gebrek aan toeristische infrastructuur. Mensen wilden er misschien niet wonen, maar mensen wilden er maar al te graag een weekend lang tot rust komen.

De heren schreven een wedstrijd uit. Voor de bouw van glazen kubussen in het landschap. Om de toeristische ontsluiting aan te jagen. Niet gehinderd door stenen muren kon de tijdelijke verblijver van ’s morgens tot ’s avonds zijn blik laten dwalen over het wonderlijke landschap waarvan hij zich steeds meer deel voelde. Het land dat weinig naam had, zou naam maken als het land van de glazen kubussen.

Het voelde toch wat vreemd. Glazen kubussen tussen de koeien. Misschien lagen er parels van plekken verborgen in het landschap? Nog onbekend en daarom onbemind maar misschien wel geschikt om mensen te laten slapen? Want waarom zou je kubussen in een landschap strooien als net de ongereptheid van de plek de aantrekkingskracht is?

Een tocht door het land leerde dat die parels er bij hopen waren. Een oude kippenstal op de rand van een zandgroeve, een leegstaande elektriciteitscabine, een seinhuis langs de spoorlijn, oude treinstellen op die spoorlijn.

Zonder te bouwen lag hier een groots landschapshotel voor het grijpen. Het grootste, want enige, van het land. Misschien wel het grootste van de wereld. Ook dat weegt door bij economische push ups.

Maar de heren van de relance wilden er niet van weten. Groots kon hen wel bekoren, maar hun hoofd stond op investeren in iets nieuws. Bouwen was voor hen de oplossing. Met niet-bouwen drukten ze geen stempel op het landschap.

Je zou kunnen denken: waarom een stempel drukken op een landschap dat alles al heeft? Maar dan begrijp je niet zo veel van de menselijke dadendrang. Of van een economisch relanceplan.

naar een waar gebeurd verhaal in het kader van IBA Parkstad 2020, preview uit het boek ‘Zwerfruimte/Wanderspace’ © RE-ST,

tekst Tine Hens (verschijningsdatum september 2020 - www.nai010.com/zwerfruimte) op basis van gesprekken met Dimitri Minten, Tim Vekemans en Bob Van Abbenyen (RE-ST)

Afbeelding:

IBA Parkstad plande de bouw van vijf pop-up hotels in het landschap van Kalk, een concept dat de economie weer aan de praat moest krijgen. Via Z33 werd aan RE-ST de vraag gesteld een narratief voor deze interventie te schrijven. Bij presentatie van deze paviljoenen aan mogelijke investeerders, stootte het idee op weerstand en twijfel. De tijdelijke interventies zouden veel investeringskosten met zich meebrengen en er was geen onderzoek gedaan naar de noodzaak ervan. RE-ST introduceerde om die reden RE-SLEEP: Een tactiek om leegstaand patrimonium in het Land van Kalk te doen ‘ontwaken’. Een twintigtal bestaande locaties in het landschap bleken namelijk perfect inzetbaar als pop-up hotelkamer. Het voorstel kon de opdrachtgevers alvast overtuigen om het landschap te vrijwaren van de voorziene bebouwing. De postkaarten werden alvast ontworpen.

© RE-ST